Ruggenprik (epiduraal)
Bij de ruggenprik spuit de anesthesist via een dun slangetje verdovingsvloeistof in de ruimte tussen de ruggenwervels. Na 10-20 minuten is het pijnstillende effect bereikt. Nadat de ruggenprik is toegediend voel je de weeën minder tot zelfs helemaal niet meer. Er zijn ook nadelen aan de ruggenprik, zoals een uitgebreide bewaking: je bloeddruk wordt regelmatig gemeten omdat er soms sprake kan zijn van een bloeddruk daling. Je krijgt een katheter omdat je niet meer aanvoelt wanneer je moet plassen.
Soms kan het zijn dat er wat complicaties optreden zoals hoofdpijn, jeuk en koorts. Deze problemen zijn tijdelijk en kunnen goed behandeld worden. Als je volledige ontsluiting hebt, kan het zijn dat je de persweeën niet altijd goed voelt, de pijnstilling wordt dan uitgezet of verminderd om het actief persen te bevorderen.
Remifentanil
De pijnstiller remifentanil wordt toegediend door een infuus in je hand. Doormiddel van een knopje kan je jezelf na iedere wee een dosis toedienen voor de volgende wee. Het neemt niet helemaal de pijn weg maar wel de top van de wee. Het zorgt voor ontspanning tussen de weeën door en kan snel toegediend worden. Het nadeel is dat je niet meer uit bed kan omdat je niet meer goed op je benen kan staan.
Lachgas
Lachgas kan gegeven worden door ons in het IJsselland ziekenhuis of in het geboortecentrum Sophia. We hoeven je dan niet over te dragen aan de gynaecoloog. Het kan snel gegeven worden en het zorgt voor ontspanning tussen de weeën door maar neemt de pijn niet weg.